Poëzie
Eerst is het dat vage in de verte
alsof alliteratie het al voorspelde.
Je tuurt door
witregels als witte regen
die meer doen willen weten.
Je stelt je open voor
oprukkend ritme, reikend
rijm dat mag kraken.
Je schrikt van
ongewenste ambiguïteit
maar een wending, alwetend
verleent wijsheid.
En plots zijn daar
botsingen van betekenis
op botsingen van betekenis op
botsingen, zolang het duurt.
Dat is wat het was.
Is. Zal zijn:
kracht
in slow-motion.