Ongevonden
Je sloot je ogen en telde tot tien
en ik ging mij verstoppen
maar dan
moest je me wel vinden
ik wou dat je me vond
zodat we opnieuw
steeds opnieuw
konden spelen.
Ik zou je vertellen
hoe eenzaam de regen klinkt
hier beneden. Ik zou je vertellen
hoe de bladeren de jaren
steeds dieper begraven.
Zoek je me nog wel?
Weet je dan niet meer
dat ik ben gegaan?
Mensen die langslopen fluisteren
over iemand die gevonden werd
in een klein bos. Er staat een kruis
daar, zeggen ze, overwoekerd
met wilde bloemen.
Wat zou ik graag
ook
gevonden worden. Zo koud de nacht
maar de maan is vol. Kon ik baden
in haar licht in deze kuip
van harde grond.
Het lijkt alsof niemand meer weet
dat ik ben gegaan.
(gebaseerd op No One Knows I’m Gone en Georgia Lee van Tom Waits)