Kattenbelletje
Lees wat je schreef
en schrijf ’t nooit meer
of schrijf nooit weer.
Lees wat je schreef
en schrijf ’t nooit meer
of schrijf nooit weer.
‘Daar op Terschelling’, meenden wij
‘ligt het leven er voor het oprapen, daar
staat een bankje op de Bosplaat
is een bos achter de school
zingt een zanger in zijn café.’
En we gingen naar Terschelling
en we zaten op dat bankje
en we liepen in dat bos
en we luisterden naar die zanger
en verdomd ja, overal lag het leven. We
namen het mee, zo veel we dragen konden
naar huis, hingen het op, zetten het neer
en naaiden er kleding van.
Maar het viel van de muur, stond niet
op het dressoir en paste ons – hoe we
het ook verstelden – niet het was
ons leven niet. We brachten het dan maar
naar Gevonden Voorwerpen. Daar wisten ze
ook niet van wie het was. Niemand kwam
erom vragen. Het ligt daar nog steeds, schijnt
te wachten op wie het ook opeist.
En wij, ons leven? Dat gaan we zoeken
waar we het waarschijnlijk hebben
verloren. We denken wel
dat het er nog ligt.
– voor Liesbeth & Joey
Jij mooie, onwaarschijnlijke boom,
wegwijzer, windgids, verwaaid kapsel,
wist ik niets van jou dan je naam
wist ik je al een gedicht.
Toen ik nog radeloos de ander zocht,
toen ik nog droomde van een thuis,
toen ik nog dacht eenzaam te zijn,
wees jij me benedenwinds de weg
en ik keerde west- en zuidwaarts
en kwam anderen tegen die net als ik
dwalend net als ik gevonden net als ik
een bestemming voorgoed lieten varen.
In het ritselen van je bladeren hoorden
wij je fluisteren: ‘Zij zullen
elkaar zien, zij zullen elkaar zien.’
En wij, wij luisterden en vonden elkaar.
Alles aan haar dat dartelt en danst
is een taal die ze spreekt, ik hoef
er maar woorden aan te geven
om de mijne te smoren: ‘Papa!
Kijk mij en dit leven te leven.’
Niet mijn waarheid die woorden
de tong van mijn moeder dwingt
me mijn gevoel naar de mond
te praten: ‘Papa, kijk mij en
deze dood te sterven.’
In het kader van overweldiging werd wereldwijd
besloten tot de Wet van Tien, van toepassing op alles
bijvoorbeeld boeken: die mochten slechts per tien
verschijnen. Pas nadat iedereen die uit had
mochten er tien nieuwe de markt op.
Eenzelfde regeling voor muziek, films, series
documentaires, podcasts, poëzie, etc.
Om het selectieproces was veel te doen.
Social media? Tien berichten per platform
per dag, per bericht tien likes en tien
haatreacties. Eerst komt eerst maalt.
Jazeker, miljarden mensen stierven iedere dag
de monddood. Aanmeldingen voor protestmarsen
genoeg, maar ook hier:
maximaal tien demonstraties per jaar, met maximaal
tien demonstranten, per persoon tien kreten te scanderen
van elk tien woorden op precies tien spandoeken.
Zelfs was berekend dat er precies tien mensen
blij zouden zijn met de Wet
ik een van hen.
Zij geloofden zich zestien
goden gelijk; mannen als voorheen
vrouwen zich voelden.
Zij besloten dat de zon in Gulpen
niets meer te zoeken had: ‘GAAT ONDER!
Het is tijd voor een nieuw ochtendgloren.’
De dag droop af en in duisternis
dorsten zij het graan en
roosterden de mout.
Voorts verkregen zij de hop en
putten het water om gewis
hun oogst te storten.
Aldus de ketel bezwangerd
ontketenden zij de gist en waarachtig
het borrelen baarde een Bier.
‘Aanschouw!’, jubelden zij, ‘Aanschouw
het nieuwe Licht!’ En er wás licht (voor hen
die de maan voor de zon als licht beschouwen).
Zo brak de dageraad der Zwarte Zon.
Hun taak volbracht zegen de zestien
dorstig neer, namen het glas ter hand
en Dronken.
– Gulpen, 27 mei 2024
Schrijft een oom een gedicht
voor zijn nichtje, mag hij wel
op zijn tellen passen en haar
nooit in verlegenheid brengen met
afgrijselijke gemeenplaatsen als
hoe leuk ze is of uniek en dat ze
dat wel weet of niet vergeten moet of
weet hij veel van binnen net zo mooi is
als van buiten of erger nog
in haarzelf moet geloven – nee
poëzie is een omweg, geen dichter kiest
de directe route. Liever verhaalt hij over
de eerste keer dat hij haar vasthield
en vroeg waar ze toch zo lang bleef.
Hij had beter moeten weten
ze nam een omweg naar het leven, begon
een gedicht dat haar oom vijftien jaar
later schoorvoetend zou voltooien, in ontzag
van haar moeiteloos groots dichterschap.
Over omwegen gesproken
deze eindigt hier. Het is tijd een nieuwe
richting te kiezen. Waarheen
doet er niet toe, zolang we maar van
het rechte pad af blijven en volharden
dichters te zijn.
– voor Maud
Arjan Jonker
info@arjanjonker.nl
