Wordt van het hart

Ik was almaar aan de arbeid
noem het kunst voor mijn part
had mijn zaakjes mooi op orde
kruiste Christus en las Marx.
Vergeefs, mijn kleine vuur
het doven was reeds gestart.
Zeg de jonge Messias dan
wat er wordt van het hart.

Er hing een mist van zomerkusjes
waar ik te veel harten stal.
De ijverzucht was vilein
de vrouwen waren hard.
Het was niets, het waren zaken
maar het litteken is bars.
Ik ben hier om te herzien
wat er wordt van het hart.

Ik sleet sacrale prullen
kleedde me in stijlvol zwart
had een poesje in de keuken
en een panter in de gaard.
In de bajes van de begaafden
was ik vrienden met de wacht
dus was ik nooit getuige van
wat er wordt van het hart.

Ik had beter moeten weten
tenslotte kende ik de kaart.
Naar haar te kijken gaf al heibel
het was heibel vanaf de start.
Ja, we speelden het perfecte stel
maar de rol had me nooit gepast.
Het is fraai noch subtiel
wat er wordt van het hart.

Welnu, de engel speelt viool
de duivel speelt de harp.
Elke ziel is als een voorn
elke geest is als een haai.
Ik, ik heb elk raam gebroken
maar het huis, het huis is zwart
Het scheelt me slechts heel weinig
wat er wordt van het hart.

Toen studeerde ik met een schooier
gepokt en gemazeld als hij was
door de klauwen van veel vrouwen
die hij te laat had geminacht.
Geen fabel dit, laat staan een les
geen zingende boomleeuwerik.
Gewoon een schooier die wel wist
wat er wordt van het hart.

Ik was almaar aan de arbeid
noem het kunst voor mijn part.
Het was maar een gewoonte
zoals het paard voor de kar.
Ik schroomde niet te wedden
op de vloed, tegen de ark.
Zie je, ik zag het einde al
wat er wordt van het hart.

Ik was handig met een geweer
mijn vaders .303.
Ik vocht voor iets finaals
niet het recht op redetwist.

 

(naar: Happens to the Heart (2019) – Leonard Cohen)

Ongevonden

Je sloot je ogen en telde tot tien
en ik ging mij verstoppen
maar dan
moest je me wel vinden
ik wou dat je me vond
zodat we opnieuw
steeds opnieuw
konden spelen.

Ik zou je vertellen
hoe eenzaam de regen klinkt
hier beneden. Ik zou je vertellen
hoe de bladeren de jaren
steeds dieper begraven.

Zoek je me nog wel?
Weet je dan niet meer
dat ik ben gegaan?

Mensen die langslopen fluisteren
over iemand die gevonden werd
in een klein bos. Er staat een kruis
daar, zeggen ze, overwoekerd
met wilde bloemen.

Wat zou ik graag
ook

gevonden worden. Zo koud de nacht
maar de maan is vol. Kon ik baden
in haar licht in deze kuip
van harde grond.

Het lijkt alsof niemand meer weet
dat ik ben gegaan.

 

(gebaseerd op No One Knows I’m Gone en Georgia Lee van Tom Waits)

Het doel

Gekluisterd aan huis
en zelfs deze stoel
ga ‘k weer ten onder
maar nu met een doel.

Eindelijk rust.
Verslag van de ziel:
het gros kan weg
opbrengst nihil.

Over de herfst
die is allang voorbij.
Regen noch sneeuw
wachten voor mij.

Ik kijk uit het raam
al de hele dag.
De buurman weerkaatst
mijn lijdzame lach.

Ik buig met het gras
ik glans met het chroom
haast nog in leven
de dood haast in toom.

Niemand te volgen
niets te vertellen
slechts dat ik het doel
hoger kon stellen.

 

(naar: The Goal (2019) – Leonard Cohen)

Een thuis dat in niets lijkt op de buitenwereld

Als er geen liefde is in de wereld
dan scheppen we een nieuwe
die we van dikke muren voorzien
en van binnenuit bekleden
met een zacht en warm rood interieur

met een deurklopper die het geluid maakt
van een diamant vallend op juweliersvilt
zodat we hem nooit hoeven te horen.

Heb mij lief, want liefde bestaat niet
en alles wat wel bestaat heb ik al geprobeerd.

 

(naar een passage uit Everything is illuminated van Jonathan Safran Foer en diens vertaling door Peter Abelsen)