Misschien was het kermis

Misschien was het kermis in Wervershoof
zag ik alle kroegen van binnen en buiten
of bleef ik telkens hangen bij een borrel.

Misschien zag ik mijn oude vrienden weer
vielen alle jaren tussen ons weg
en hervertelden we sterke kermisverhalen.

Misschien haalde ik een raspatatje bij ’t Zonnetje
stapte ik daarna iets te snel in de La Bamba
of was ik wijs en hield het bij touwtje trekken.

Misschien kwam ik vier ochtenden vroeg thuis
biertje als ontbijt, nergens last van
en stond ik vóór de middag weer aan de bar.

Misschien ontmoette ik mijn vrouw bij beer
kuste ik haar voor het eerst achter bot
of had ik iedere avond een ander.

Maar misschien was dit allemaal nooit gebeurd
het is tenslotte kermis
en dan is alles mogelijk.

Verandering

Verandering gaat kabbelend voort, zoekt
kalm haar weg, als een enkeldiep beekje
waarin wij weifelend waden. Zeker

verschuift ons zacht geplons de kiezels.
Pas jaren later zien we het plots: ja
het water stroomt nu anders dan voorheen.

Ongeduldige dapperen werpen weleens dammen
op of plaatsen rotsblokken. Zij kunnen geweld
verwachten: schuim en kolken en tegendruk.

Maar altijd komt het water weer tot rust
vindt zijn weg en gaat dan onverstoord
weer kabbelend voort. Maar niet hetzelfde.

Nooit hetzelfde.

 

Terugkijkend

Uiteindelijk was het dan allemaal toch niet voor niets

en kan ik gerust vaststellen

hoe ook verder:

het leven is even onherroepelijk goed geweest.

Bont bij wit

Bij de supermarkt
mag bont nu bij wit
glas.

Daar sta je dan
met je goede gedrag

en tassen vol netjes
gescheiden lege flessen.

Aarzelend schoof ik het eerste paar
door hetzelfde gat: bont na wit
wit na bont, etcetera.

Na de tiende was het alsof
het nooit anders is geweest –
het altijd zo had moeten zijn.

Mijn tassen leeg liep ik lichter
weg dan voorheen.

En de flessen? Die lagen er
even gebroken bij als eerst
maar nu op dezelfde

hoop.

Kleine kermis

– Wervershoof, 1 juni 2020

Fietsend over de Dorpsstraat
langs anderhalve meter
volle terrasjes

(sommigen aan een biertje
anderen een patatje
en verrek, een bandje!)

met de doordewekelijkse
boodschappen aan mijn stuur
zag ik over het hoofd
wat voor de hand lag.

Pas toen ik de wortelen opborg
begreep ik mijn uitgelaten gevoel:

ik kwam zojuist
van een kleine kermis
thuis.

Patstelling

Nóg staan we hier

aan weerszijden van een wijzerplaat
straal, diameter, omtrek: alles is hier
een uitgeholde anderhalve meter.

Tijd is nu de afstand die telt;
hier zijn het de minuten die de meters maken.

Maar de wijzers lijken stil te staan
en wijzen ons steeds maar weer terecht
dreigend als een tweepuntig zwaard van Damocles.

Zo blijf je zowel zes uur op me voor als achter
en voelen we voor elkaar onbereikbaar.

Jazeker: we hebben de macht om tijd de pas af te snijden.
In twee stappen kappen we maanden af tot milliseconden.

Maar we vrezen het oordeel van een onzichtbare rechter
de prijs die hij bepaalt
en wie betaalt.

Dus blíjven we hier staan

tot de klok weer seconden en geen steenworpen tikt
tot lengtematen hun betekenis herwinnen

en ik jou met terugwerkende kracht
weer in mijn armen sluit.

Aan alle oma’s en opa’s

In een spaarpot op de kast
bewaren we alle knuffels

en strakjes als het weer kan
geven we ze in één keer uit.