Voor-foto / na-foto

Hoe lang kun je
blijven verbouwen, leven
onder een laag witte stof

tussen voor-foto / na-foto?

Heb de moed en
kies een heden.

Óf:

inspecteer wat begraven ligt

bepaal draagkracht
erken betonrot

en als het moet
tril alles stuk
ga pijnruimen

en bouw
nieuw.

 

(met Christine Van den Hove)

Aandacht

“Aandacht maakt alles mooier.” Er viel even een stilte op
de marketingafdeling van IKEA
toen na eindeloze brainstormsessies
deze gouden slogan gemunt werd. Daarna:
juichkreten en high fives alom. Champagne!
Iedereen stond te stralen van voldoening. Net zoals

mijn dochter, die uitgelaten beneden kwam van haar
zachte roze meisjeskamer
waar ze urenlang opperst geconcentreerd gewerkt had
aan haar kaart voor oma met ‘I love you’ en grote rode harten
overal, omringd door kleurige kronkelende lijnen.
Hoe ze glom van trots! Net zoals

de architecten van de ingenieuze
gaskamers van Auschwitz
waaraan ze zo toegewijd gewerkt hadden. Neem alleen al de
innovatieve kolommen die het blauwzuur efficiënt de kamers in
leidden, of het kijkgat om te zien of binnen iedereen al dood was
en de deur ging niet zonder reden naar buiten toe open.

De marketeers, mijn dochter en de ingenieurs.
Zij waren met recht trots:
de verkoopcijfers van IKEA schoten de lucht in
oma was tot tranen toe geroerd en één gaskamer haalde wel tot
tweeduizend doden per dag.

Het doel

Gekluisterd aan huis
en zelfs deze stoel
ga ‘k weer ten onder
maar nu met een doel.

Eindelijk rust.
Verslag van de ziel:
het gros kan weg
opbrengst nihil.

Over de herfst
die is allang voorbij.
Regen noch sneeuw
wachten voor mij.

Ik kijk uit het raam
al de hele dag.
De buurman weerkaatst
mijn lijdzame lach.

Ik buig met het gras
ik glans met het chroom
haast nog in leven
de dood haast in toom.

Niemand te volgen
niets te vertellen
slechts dat ik het doel
hoger kon stellen.

 

(naar: The Goal (2019) – Leonard Cohen)

Social

Ontelbare openbrekende bekken
blazen, brullen en braken

op plekken van hoor zonder wederhoor, van uitersten
zonder tussenruimte, waar onwetendheid kennis is en
je je alleen onvergeeflijk kunt verspreken.

Miljarden verlekkerd lekkende kranen storten
zich uit in een eindeloze zee, waaraan wij ons laven
als een dorstig universum, zonder

ooit de leegte te kunnen lessen.

Sterf maar niet

Sterf maar niet, lief diefje.
Al wat je stal – mijn tijd, mijn vrijheid
mijn Groots en Meeslepend Leven –
houd het. Doe er desnoods niets mee.
Mij is het niets meer waard.

Ik koester nu alle uitgeholde hartenkreten
die je me liet, zoals ‘wat gaan de jaren toch snel’
en ‘wat word je al groot’
‘geniet!’.

Dus sterf maar niet, lief diefje.
Misleid de Dood, leg valse sporen.
Zowel slachtoffer als medeplichtige
doe ik mijn deel, bezweer de Ergste Dingen
door ze uit te spreken:

stik in appeltjes
kom onder auto’s
breek je nek uit bomen
bezwijk aan ongeneeslijke ziektes
et cetera, ad infinitum

maar alleen jij kan niet sterven.
Dus sterf maar niet, lief diefje

voor mij.

Een thuis dat in niets lijkt op de buitenwereld

Als er geen liefde is in de wereld
dan scheppen we een nieuwe
die we van dikke muren voorzien
en van binnenuit bekleden
met een zacht en warm rood interieur

met een deurklopper die het geluid maakt
van een diamant vallend op juweliersvilt
zodat we hem nooit hoeven te horen.

Heb mij lief, want liefde bestaat niet
en alles wat wel bestaat heb ik al geprobeerd.

 

(naar een passage uit Everything is illuminated van Jonathan Safran Foer en diens vertaling door Peter Abelsen)

Relaas van een theedrinker

“Koffie, graag”, maar ik serveerde haar thee
milde melange. Ik had niets sterkers in huis.
Ze keek me koffiedik aan en dronk toen maar
uit beleefdheid. Ik zag het als teken.

“Ik moest maar weer eens gaan”, opperde ze.
Te gretig scheurde ik snel het theezakje open en
presenteerde haar de inhoud op een schoteltje.
Ze zag er niets in, maar wilde me niet kwetsen.

“Doe er nog maar een dan”, zuchtte ze.
Wanhopig zocht ik aanknopingspunten in de blaadjes
waarvan ik steeds opnieuw thee voor haar trok
slapper en slapper, tot haar bittere oordeel:

“We zijn vrienden.”