Het doel

Gekluisterd aan huis
en zelfs deze stoel
ga ‘k weer ten onder
maar nu met een doel.

Eindelijk rust.
Verslag van de ziel:
het gros kan weg
opbrengst nihil.

Over de herfst
die is allang voorbij.
Regen noch sneeuw
wachten voor mij.

Ik kijk uit het raam
al de hele dag.
De buurman weerkaatst
mijn lijdzame lach.

Ik buig met het gras
ik glans met het chroom
haast nog in leven
de dood haast in toom.

Niemand te volgen
niets te vertellen
slechts dat ik het doel
hoger kon stellen.

 

(naar: The Goal (2019) – Leonard Cohen)

Social

Ontelbare openbrekende bekken
blazen, brullen en braken

op plekken van hoor zonder wederhoor, van uitersten
zonder tussenruimte, waar onwetendheid kennis is en
je je alleen onvergeeflijk kunt verspreken.

Miljarden verlekkerd lekkende kranen storten
zich uit in een eindeloze zee, waaraan wij ons laven
als een dorstig universum, zonder

ooit de leegte te kunnen lessen.

Sterf maar niet

Sterf maar niet, lief diefje.
Al wat je stal – mijn tijd, mijn vrijheid
mijn Groots en Meeslepend Leven –
houd het. Doe er desnoods niets mee.
Mij is het niets meer waard.

Ik koester nu alle uitgeholde hartenkreten
die je me liet, zoals ‘wat gaan de jaren toch snel’
en ‘wat word je al groot’
‘geniet!’.

Dus sterf maar niet, lief diefje.
Misleid de Dood, leg valse sporen.
Zowel slachtoffer als medeplichtige
doe ik mijn deel, bezweer de Ergste Dingen
door ze uit te spreken:

stik in appeltjes
kom onder auto’s
breek je nek uit bomen
bezwijk aan ongeneeslijke ziektes
et cetera, ad infinitum

maar alleen jij kan niet sterven.
Dus sterf maar niet, lief diefje

voor mij.

Een thuis dat in niets lijkt op de buitenwereld

Als er geen liefde is in de wereld
dan scheppen we een nieuwe
die we van dikke muren voorzien
en van binnenuit bekleden
met een zacht en warm rood interieur

met een deurklopper die het geluid maakt
van een diamant vallend op juweliersvilt
zodat we hem nooit hoeven te horen.

Heb mij lief, want liefde bestaat niet
en alles wat wel bestaat heb ik al geprobeerd.

 

(naar een passage uit Everything is illuminated van Jonathan Safran Foer en diens vertaling door Peter Abelsen)

Relaas van een theedrinker

“Koffie, graag”, maar ik serveerde haar thee
milde melange. Ik had niets sterkers in huis.
Ze keek me koffiedik aan en dronk toen maar
uit beleefdheid. Ik zag het als teken.

“Ik moest maar weer eens gaan”, opperde ze.
Te gretig scheurde ik snel het theezakje open en
presenteerde haar de inhoud op een schoteltje.
Ze zag er niets in, maar wilde me niet kwetsen.

“Doe er nog maar een dan”, zuchtte ze.
Wanhopig zocht ik aanknopingspunten in de blaadjes
waarvan ik steeds opnieuw thee voor haar trok
slapper en slapper, tot haar bittere oordeel:

“We zijn vrienden.”

.

oerknal, een begin van orde
die nog niemand probeerde aan te brengen.

Nou, en dat leidde dus tot mij en ik
tot dit gedicht, waarna

Hoeveel

Hoeveel crypto’s in de cloud
bommen voor de vrijheid
bidden tot je god

hoeveel wc’s in een museum
schreeuwen naar je ster
retweets van je oordeel

hoeveel lezers van je vers
stemmen op je leider
bijval voor je vonnis

hoeveel nullen, kunst, kopers
passie, liefde, geloof
duimpjes sterren likes–

hoeveel lucht vult leegte?