Beeld

Plotseling, als je wilt, ik was er al
zomaar, maar dan toch altijd
snap je het dan niet? Ik zal
niet aankomen het helpt niet als je kijkt.

Ik schrijf onbegrip in je ogen
en lees twijfel in je hart. Waar-
om is geven om en houden van gelogen?
geloven in liefde evenals liefdeloos is gevaar-

Lijk ik niet op jouw?
waren deze woorden al op papier?
niet dit hier heb jij geschreven
noch ik, het zijn wij. Dit gepriegel

is niets meer dan mijn poëtische spiegel-

Het Grote Ik

waarom is de Tijd vergaan?
wat is Bestaan
in de Zin van de Ziel?

de Schlemiel

die immer voort
Zichzelve hoort

waar is de Zin
hierin
ligt mijn leven
ergens gezien even

(en weer)
niets doen

Schimmenspel/Droomreis

Ik streef naar een eenzaam samenzijn
(wij schijnen te zijn onder de mensen)
alles wat we zien, alles wat we zijn
zwijg het mij na: wij schijnen slechts te zijn.

Zo peinzend verdwijnen we hier van weg
het zijn ontschijnt, de mensen verschimmen
daar zijn ze weg, vérstrekkend uitzicht
ogen dicht, we komen er wel, zo.

Zo dromend verschijnen we weg van daar
hier schijnt om ons heen niets te zijn, sterker:
omdát er niets bestaat, open je ogen
toe maar, zie je, er ís hier niets te zijn.

In een droom van woorden zijn wij ontstaan
ik schreef ons waarschijnlijk een wereld in
met het laatste woord is de droom voorbij maar
ach, toch weer een droom dichterbij geluk.

Daden zijn dromen van woorden ontdaan
ik wil het je laten zien, gewoon daar gaan
woorden verliezen, dromen begaan, daar:
op een plek waar wij alleen bestaan.

– voor Tamara

Demasqué der eeuwigheid

To see a World in a Grain of Sand:
And a Heaven in a Wild Flower
Hold Infinity in the palm of your hand
And Eternity in an hour

– William Blake

Een nieuwe ruimte betreden, een nieuwe visie voorstaan:
de eeuwigheid heeft voor mij als mythe afgedaan.
van boven komen hier de woorden neer op mijn gevoel,
laat me ze vangen om je uit te leggen wat ik bedoel.

drijf-dwarrelend is de weg die ze beschrijven,
willekeurig de woorden die in mijn gedachten drijven.
welke houd ik vast, welke laat ik gaan?
het gaat zo voort, en ontstaat dit bestaan.

en met elke vlok vordert mijn besef,
van woorden voor liefde, van vragen vol lef
over tijd en geluk, het einde en het eeuw-
ige beginnen van water en sneeuw─

hierbinnen.

eeuwigheid? ha! ik heb het al eens gezegd:
eeuwigheid is eindig! de grens is nooit verlegd!
het bestaat slechts op een plaats in een moment
van liefde, vind daar het tijdloze waarnaar je zocht,
het eeuwige waar je voor altijd gelukkig in bent!

en eindigheid? is te bestrijden, even kort door de bocht:
sluit het einde op in het begin, zo alleen bezworen
ís er geen einde, geen eerder, geen begin en geen tevoren.

water en sneeuw, jullie weten dit maar
stil, wees kalm nu en bedaar…

ach, tijdloos, eindeloos? niet het beleid waar ik voor pleit,
in naam van onze liefde, mijn les over de tijd:

herinner je geen verleden,
leef niet in een heden,
en ga de toekomst niet verzinnen,

al dat duurt juist hierbinnen.

– voor Tamara, voor een moment

De Stof der Taal

Niets dat jij weet dan mijn naam
en dat is niet meer dan niets
het is mij gegeven maar niet mijn faam
en zeg niet, het is tenminste iets.

Vergeet mijn woord, het is slechts vlees
verdrinken aan de oppervlakte is wat ik vrees
alsof dezelfde taal als op een nummerplaat
je vertellen kan wat er in mijn hart geschreven staat.

Maar hoe spreek ik de taal van het afwezige woord?
hoe breng ik tijdelijk het eeuwige voort?

Trek mij het shirt zonder stof aan
en ik fluister je de naam van mijn bestaan.

Alleen, het zal mijn dichtkunst ondermijnen
want zonder woorden valt er niets te rijmen.

– voor Tamara