Kattenbelletje
Lees wat je schreef
en schrijf ’t nooit meer
of schrijf nooit weer.
Lees wat je schreef
en schrijf ’t nooit meer
of schrijf nooit weer.
Ik wil dat u deze brief zeer aandachtig leest.
Om te beginnen zag ik uw e-mailadres en contactgegevens
bij mijn zoektocht naar een goede nabestaande online als resultaat
van mijn urgentie om mijn laatste wens in werkelijkheid te verwezenlijken
voordat ik binnenkort sterf.
Ik schrijf deze mail naar u met zware tranen
in mijn ogen en met groot verdriet in mijn hart.
Ik wil u dit vertellen omdat ik er geen heb.
Er was een andere optie dan om het u te vertellen,
omdat ik ontroerd was om mij voor u open te stellen.
Hij stierf na de aardbeving met een kracht van 7,8.
Toen mijn overleden echtgenoot nog leefde
vertelde mijn dokter me dat ik het niet meer zou volhouden
voor de periode van 3 maanden vanwege kankerproblemen.
Degene die mij het meest stoort, is mijn beroerte.
Omdat ik mijn toestand kende, zult u dit geld gebruiken
op de manier die ik hierin ga instrueren:
ik wil dat u 60 procent van het totale geld gebruikt voor
mensen in nood van de straat en het helpen van het weeshuis ook.
Ik doe dit zodat Almachtige Allah mijn zonden zal vergeven
en mijn ziel zal accepteren, omdat ik zoveel aan deze ziekte heb geleden.
In de hoop uw antwoord te ontvangen, ga ik zo snel mogelijk met u naar de bank
dat wil zeggen als u serieus genoeg bent om het project af te handelen
omdat ik geloof dat ik kan u eerlijk vertrouwen.
Met vriendelijke groet,
Mevrouw Feyza Olcay Ýbrahim
‘Daar op Terschelling’, meenden wij
‘ligt het leven er voor het oprapen, daar
staat een bankje op de Bosplaat
is een bos achter de school
zingt een zanger in zijn café.’
En we gingen naar Terschelling
en we zaten op dat bankje
en we liepen in dat bos
en we luisterden naar die zanger
en verdomd ja, overal lag het leven. We
namen het mee, zo veel we dragen konden
naar huis, hingen het op, zetten het neer
en naaiden er kleding van.
Maar het viel van de muur, stond niet
op het dressoir en paste ons – hoe we
het ook verstelden – niet het was
ons leven niet. We brachten het dan maar
naar Gevonden Voorwerpen. Daar wisten ze
ook niet van wie het was. Niemand kwam
erom vragen. Het ligt daar nog steeds, schijnt
te wachten op wie het ook opeist.
En wij, ons leven? Dat gaan we zoeken
waar we het waarschijnlijk hebben
verloren. We denken wel
dat het er nog ligt.
– voor Liesbeth & Joey
Jij mooie, onwaarschijnlijke boom,
wegwijzer, windgids, verwaaid kapsel,
wist ik niets van jou dan je naam
wist ik je al een gedicht.
Toen ik nog radeloos de ander zocht,
toen ik nog droomde van een thuis,
toen ik nog dacht eenzaam te zijn,
wees jij me benedenwinds de weg
en ik keerde west- en zuidwaarts
en kwam anderen tegen die net als ik
dwalend net als ik gevonden net als ik
een bestemming voorgoed lieten varen.
In het ritselen van je bladeren hoorden
wij je fluisteren: ‘Zij zullen
elkaar zien, zij zullen elkaar zien.’
En wij, wij luisterden en vonden elkaar.
Alles aan haar dat dartelt en danst
is een taal die ze spreekt, ik hoef
er maar woorden aan te geven
om de mijne te smoren: ‘Papa!
Kijk mij en dit leven te leven.’
Niet mijn waarheid die woorden
de tong van mijn moeder dwingt
me mijn gevoel naar de mond
te praten: ‘Papa, kijk mij en
deze dood te sterven.’
In het kader van overweldiging werd wereldwijd
besloten tot de Wet van Tien, van toepassing op alles
bijvoorbeeld boeken: die mochten slechts per tien
verschijnen. Pas nadat iedereen die uit had
mochten er tien nieuwe de markt op.
Eenzelfde regeling voor muziek, films, series
documentaires, podcasts, poëzie, etc.
Om het selectieproces was veel te doen.
Social media? Tien berichten per platform
per dag, per bericht tien likes en tien
haatreacties. Eerst komt eerst maalt.
Jazeker, miljarden mensen stierven iedere dag
de monddood. Aanmeldingen voor protestmarsen
genoeg, maar ook hier:
maximaal tien demonstraties per jaar, met maximaal
tien demonstranten, per persoon tien kreten te scanderen
van elk tien woorden op precies tien spandoeken.
Zelfs was berekend dat er precies tien mensen
blij zouden zijn met de Wet
ik een van hen.
Zij geloofden zich zestien
goden gelijk; mannen als voorheen
vrouwen zich voelden.
Zij besloten dat de zon in Gulpen
niets meer te zoeken had: ‘GAAT ONDER!
Het is tijd voor een nieuw ochtendgloren.’
De dag droop af en in duisternis
dorsten zij het graan en
roosterden de mout.
Voorts verkregen zij de hop en
putten het water om gewis
hun oogst te storten.
Aldus de ketel bezwangerd
ontketenden zij de gist en waarachtig
het borrelen baarde een Bier.
‘Aanschouw!’, jubelden zij, ‘Aanschouw
het nieuwe Licht!’ En er wás licht (voor hen
die de maan voor de zon als licht beschouwen).
Zo brak de dageraad der Zwarte Zon.
Hun taak volbracht zegen de zestien
dorstig neer, namen het glas ter hand
en Dronken.
– Gulpen, 27 mei 2024
Arjan Jonker
info@arjanjonker.nl
