Aan mijn innerlijke criticus
Klootzak, kwelgeest, autocraat – de klok slaat U! Uw oordeel komt, voor elk woord vermoord. Nee, ú stopt me niet dit keer. Al mijn haat vloeit in dit sonnet – ík bracht dit voort, hoort nu mijn vonnis, voor elk gedicht gesmoord: Mijn rijmen zijn riemen, ik zweep je verrot. Mijn metrum is moordend, ik […]
