Artikelen door Arjan Jonker

Twintig / Twaalfeneenhalf

Het is laat en alle lichten zijn uit. Ik zit op de wc en zij sloft de trap af staat even stil te luisteren – ik houd de adem in – en klopt dan zachtjes op de deur. Ik klop zachtjes terug (we willen de kinderen niet wakker maken). Ze sloft weer terug de trap […]

Irene

Schaatsen? Nee, zij componeert een symfonie, etst met haar ijzers muziek in het ijs – de baan als elpee. Wat kunnen tegenstanders in haar kielzog behalve volgen? Gedegradeerd tot naald, gedoemd de klanken te spelen uit de groeven die zij slaat, slag na slag na slag. Zo weerklinkt haar sonate rond de wereld: een West-Friese […]

Het wezen Wervershoof

Het wezen Wervershoof ontwaakte op twintig augustus tweeduizendtweeëntwintig besefte toen pas hoe lang het had geslapen die drie lange jaren. We voelden het allemaal, bewegend door de straten en stegen, dorpseigen bloed rondgepompt door honderden kloppende harten achtertuin tot achtertuin tot kroeg. Het wezen Wervershoof ontwaakte gaapte en strekte de ledematen, keek rond nam een […]

Doopceel

Honderd miljard roddellustige celletjes fluisteren mijn daden door aan hun nakomelingen die mijn daden doorfluisteren aan hun nakomelingen die mijn daden verdraaien, mijn kleine vrijpleiters. Herschrijf mijn doopceel opdat ik haar licht en puzzel op een onschuldig verleden om door te geven aan mijn nakomelingen. Over mij zullen zij getuigen. Een held is een verhaal […]

De steen

Was het een mens wist de steen langs het spoor dat hij een van miljarden stenen was die liggen langs sporen. Was het een mens voelde de steen zich onbeduidend zocht hij tussen de hopen van soortgenoten naar zin. Was het een mens overpeinsde de steen de waanzinnige willekeur van de atomen waaruit precies hij […]

Kattebel aan ons onverwekte derde kind

– Aan wie je ook had kunnen zijn   we wilden je niet. We scheppen daarin iedere dag weer een puur egoïstisch genoegen. Nachtrust vrije tijd geld voor jou hadden we het niet over. Liefde herinneringen magische momenten wogen daar niet tegenop. Reken niet op schuld of spijt. Je was nooit. Je zult nooit. We […]

Vlies

Omdat ik niet kan bewegen, ben ik stil blijven zitten in mijn stoel, jas aan alvast. Er is de kraan waar roest uit drupt, mijn tong is ijzer in mijn mond, op tafel kruipt een vlieg. Er staan twee glazen, in elk een droog vlies thee. Er is geen gast.