Artikelen door Arjan Jonker

Het wezen Wervershoof

Het wezen Wervershoof ontwaakte op twintig augustus tweeduizendtweeëntwintig besefte toen pas hoe lang het had geslapen die drie lange jaren. We voelden het allemaal, bewegend door de straten en stegen, dorpseigen bloed rondgepompt door honderden kloppende harten achtertuin tot achtertuin tot kroeg. Het wezen Wervershoof ontwaakte gaapte en strekte de ledematen, keek rond nam een […]

Doopceel

Honderd miljard roddellustige celletjes fluisteren mijn daden door aan hun nakomelingen die mijn daden doorfluisteren aan hun nakomelingen die mijn daden verdraaien, mijn kleine vrijpleiters. Herschrijf mijn doopceel opdat ik haar licht en puzzel op een onschuldig verleden om door te geven aan mijn nakomelingen. Over mij zullen zij getuigen. Een held is een verhaal […]

De steen

Was het een mens wist de steen langs het spoor dat hij een van miljarden stenen was die liggen langs sporen. Was het een mens voelde de steen zich onbeduidend zocht hij tussen de hopen van soortgenoten naar zin. Was het een mens overpeinsde de steen de waanzinnige willekeur van de atomen waaruit precies hij […]

Kattebel aan ons onverwekte derde kind

– Aan wie je ook had kunnen zijn   we wilden je niet. We scheppen daarin iedere dag weer een puur egoïstisch genoegen. Nachtrust vrije tijd geld voor jou hadden we het niet over. Liefde herinneringen magische momenten wogen daar niet tegenop. Reken niet op schuld of spijt. Je was nooit. Je zult nooit. We […]

Vlies

Omdat ik niet kan bewegen, ben ik stil blijven zitten in mijn stoel, jas aan alvast. Er is de kraan waar roest uit drupt, mijn tong is ijzer in mijn mond, op tafel kruipt een vlieg. Er staan twee glazen, in elk een droog vlies thee. Er is geen gast.

Grafkruizen

De ondergang der mensheid verdient – vinden wij – megalomane grafkruizen overal waar we de wereld nog wat ruimte lieten en noemen dat redding. De aarde ondergaat het weer, verzucht kostbare ademtochten die de kruizen afwisselend doen treuren en juichen om de mensheid, om de wereld, om de mensheid de wereld, de mensheid, wereld mens. […]

Diagnose

“Daar moet ik dan maar mee leren leven” prevelde ik maar omdat ik ook niet wist hoe ik moest reageren, waarop de arts me indringend aankeek en oreerde: “Nee meneer, u zult hiermee moeten leren sterven.”