Terschelling

‘Daar op Terschelling’, meenden wij
‘ligt het leven er voor het oprapen, daar

staat een bankje op de Bosplaat
is een bos achter de school
zingt een zanger in zijn café.’

En we gingen naar Terschelling
en we zaten op dat bankje
en we liepen in dat bos
en we luisterden naar die zanger

en verdomd ja, overal lag het leven. We
namen het mee, zo veel we dragen konden
naar huis, hingen het op, zetten het neer
en naaiden er kleding van.

Maar het viel van de muur, stond niet
op het dressoir en paste ons – hoe we
het ook verstelden – niet het was
ons leven niet. We brachten het dan maar

naar Gevonden Voorwerpen. Daar wisten ze
ook niet van wie het was. Niemand kwam
erom vragen. Het ligt daar nog steeds, schijnt
te wachten op wie het ook opeist.

En wij, ons leven? Dat gaan we zoeken
waar we het waarschijnlijk hebben
verloren. We denken wel
dat het er nog ligt.

voor Liesbeth & Joey