Watapana

Jij mooie, onwaarschijnlijke boom,
wegwijzer, windgids, verwaaid kapsel,
wist ik niets van jou dan je naam
wist ik je al een gedicht.

Toen ik nog radeloos de ander zocht,
toen ik nog droomde van een thuis,
toen ik nog dacht eenzaam te zijn,
wees jij me benedenwinds de weg

en ik keerde west- en zuidwaarts
en kwam anderen tegen die net als ik
dwalend net als ik gevonden net als ik
een bestemming voorgoed lieten varen.

In het ritselen van je bladeren hoorden
wij je fluisteren: ‘Zij zullen
elkaar zien, zij zullen elkaar zien.’
En wij, wij luisterden en vonden elkaar.

Vertaling

Alles aan haar dat dartelt en danst
is een taal die ze spreekt, ik hoef
er maar woorden aan te geven
om de mijne te smoren: ‘Papa!

Kijk mij en dit leven te leven.’

Niet mijn waarheid die woorden
de tong van mijn moeder dwingt
me mijn gevoel naar de mond
te praten: ‘Papa, kijk mij en

deze dood te sterven.’

De Wet van Tien

In het kader van overweldiging werd wereldwijd
besloten tot de Wet van Tien, van toepassing op alles

bijvoorbeeld boeken: die mochten slechts per tien
verschijnen. Pas nadat iedereen die uit had
mochten er tien nieuwe de markt op.

Eenzelfde regeling voor muziek, films, series
documentaires, podcasts, poëzie, etc.
Om het selectieproces was veel te doen.

Social media? Tien berichten per platform
per dag, per bericht tien likes en tien
haatreacties. Eerst komt eerst maalt.

Jazeker, miljarden mensen stierven iedere dag
de monddood. Aanmeldingen voor protestmarsen
genoeg, maar ook hier:

maximaal tien demonstraties per jaar, met maximaal
tien demonstranten, per persoon tien kreten te scanderen
van elk tien woorden op precies tien spandoeken.

Zelfs was berekend dat er precies tien mensen
blij zouden zijn met de Wet
ik een van hen.

Dageraad der Zwarte Zon

Zij geloofden zich zestien
goden gelijk; mannen als voorheen
vrouwen zich voelden.

Zij besloten dat de zon in Gulpen
niets meer te zoeken had: ‘GAAT ONDER!
Het is tijd voor een nieuw ochtendgloren.’

De dag droop af en in duisternis
dorsten zij het graan en
roosterden de mout.

Voorts verkregen zij de hop en
putten het water om gewis
hun oogst te storten.

Aldus de ketel bezwangerd
ontketenden zij de gist en waarachtig
het borrelen baarde een Bier.

‘Aanschouw!’, jubelden zij, ‘Aanschouw
het nieuwe Licht!’ En er wás licht (voor hen
die de maan voor de zon als licht beschouwen).

Zo brak de dageraad der Zwarte Zon.
Hun taak volbracht zegen de zestien
dorstig neer, namen het glas ter hand

en Dronken.

       – Gulpen, 27 mei 2024

Omwegen

Schrijft een oom een gedicht
voor zijn nichtje, mag hij wel
op zijn tellen passen en haar
nooit in verlegenheid brengen met
afgrijselijke gemeenplaatsen als

hoe leuk ze is of uniek en dat ze
dat wel weet of niet vergeten moet of
weet hij veel van binnen net zo mooi is
als van buiten of erger nog
in haarzelf moet geloven – nee

poëzie is een omweg, geen dichter kiest
de directe route. Liever verhaalt hij over
de eerste keer dat hij haar vasthield
en vroeg waar ze toch zo lang bleef.
Hij had beter moeten weten

ze nam een omweg naar het leven, begon
een gedicht dat haar oom vijftien jaar
later schoorvoetend zou voltooien, in ontzag
van haar moeiteloos groots dichterschap.
Over omwegen gesproken

deze eindigt hier. Het is tijd een nieuwe
richting te kiezen. Waarheen
doet er niet toe, zolang we maar van
het rechte pad af blijven en volharden
dichters te zijn.

– voor Maud

Balans

Ze sprak zo romantisch over thuiskomen in mijn armen.
Ik sloeg al bij de eerste kus aan het rekenen.

Wat zou het me deze keer kosten
mijn begeerte te gelde te maken?
Wat kocht ik ervoor terug
na al dat driftig afdingen?

Geen makkelijke som, op zich
een goed teken.

Liefde, dacht ik, is als een nieuwe auto:
glimmend en verleidelijk
dalend in waarde, tweedehands
vanaf het moment dat we instappen.

Hoeveel kilometers konden we maken?
Wat bracht ze daarna nog op
om te investeren in volgende versies
van haar?

Nu rijden we nog, jaren
na de laatste afschrijving, veel te laat
voor een verstandige verkoop, maar in balans
een stabiele restwaarde koesterend.

Prudentie geboden

Kijk, ze staren naar mij
alweer naar mij, creperend
hun ogen in mijn fel verzengend schijnsel.

Zie ze blijven kijken, verenigd in hun eenzaamheid
geglazuurd van de drugs die ik deal. En dan
u, de verzadigbare, u, de glutineuze ontkenner

hoe klinkt beton
denkt u, als dat mij tot scherven kust
en u de knip trekt voor mijn herrijzenis?

Ik begrijp u, begrijp uzelf: imperfectie bestaat
hier niet.

Dus daar gaan we:
daal en klim naar uw eigen nieuw
niveau, u wordt verwacht door uzelf

en alle mede-veelvraten die
u feliciteren met uw hervonden zelfkennis
na een ontzettend onnodig omzwerven; nou ja
alnu klinkt de sirene een nanoseconde ter uwer ere.

Leve de mens en zijn nieuwe stap
op weg naar weer een mislukte evolutie.